Presentatietechnieken
Een groep medestudenten van jouw idee overtuigen, een zaal professionals aan wie jij jouw stage-ervaring wilt presenteren of een je onderzoeksresultaten presenteren aan een groep docenten... In het hoger onderwijs zal er regelmatig een beroep worden gedaan op jouw presentatievaardigheden. Voor veel studenten is dat niet direct iets om naar uit te kijken. Toch is het een hele belangrijke vaardigheid om te ontwikkelen.
De documenten in dit artikel helpen je inzicht te krijgen in jouw presentatievaardigheden én bij je presentatievoorbereiding. Succes!
Presenteren: de vaardigheden
Hoofdrubriek | Criteria | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | |
Non-verbale vaardigheden | Oogcontact | De deelnemer heeft voortdurend contact met het publiek en heeft zijn notities nauwelijks nodig. | |||||
Gezichtsuitdrukking | De deelnemer toont telkens een adequate gezichtsuitdrukking die de presentatie ondersteunt. | ||||||
Gebaren | De deelnemer ondersteunt zijn verhaal op natuurlijke wijze met toepasselijke gebaren. | ||||||
Houding | De deelnemer heeft gedurende de presentatie een ontspannen houding. | ||||||
Uitstraling | De deelnemer heeft, bijvoorbeeld in zijn kleding, veel aandacht besteed aan zijn presentatie. |
Hoofdrubriek | Criteria | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | |
Stemgebruik | Stemgebruik | De deelnemer spreekt luid genoeg, brengt variatie in toonhoogte aan en articuleert goed. | |||||
Vloeiendheid | De deelnemer spreekt vloeiend, zonder haperingen | ||||||
Enthousiast | De deelnemer straalt gedurende de hele presentatie enthousiasme voor het onderwerp uit. |
Hoofdrubriek | Criteria | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | |
Inhoud | Structuur | De presentatie kent een heldere opbouw, met een begin, een middenstuk en een afronding. | |||||
Aankondiging van het onderwerp | De deelnemer vertelt het publiek waarover de presentatie zal gaan. | ||||||
Beoogd effect | De deelnemer weet precies wat hij met zijn presentatie wil bereiken. | ||||||
Rekening houden met doelgroep | De deelnemer heeft zijn presentatie volledig afgestemd op de doelgroep. | ||||||
Interactie | De deelnemer betrekt het publiek op adequate wijze bij zijn presentatie. | ||||||
Afronding | De presentatie wordt duidelijk en ter zake afgerond. | ||||||
Tijd | De presentatie voldoet wat de tijd betreft aan de eisen, niet te kort en niet te lang. | ||||||
Beheersing van het onderwerp | De deelnemer beheerst het onderwerp volledig. | ||||||
Informatiedichtheid | De hoeveelheid informatie is in overeenstemming met de lengte van de presentatie. | ||||||
Visuele hulpmiddelen | De gekozen hulpmiddelen ondersteunen het betoog en maken de presentatie sterker. | ||||||
Volledigheid | De deelnemer gaat diepgaand in op alle onderdelen. | ||||||
Resultaat | De presentatie is bijzonder effectvol. |
Presenteren: de voorbereiding
Titel presentatie: ………………………………
Datum: ………………………………
Plaats/plek: ………………………………
Onderwerp
Wat is de aanleiding? |
|
Waar gaat de presentatie over? |
|
Algemene doelstelling(en) | Informeren / Overtuigen / Motiveren Entertainen / Overig: |
Doelstelling
Wat wil je bereiken met uw presentatie? |
|
Kernboodschap
Wat moet het publiek na afloop onthouden? Formuleer dit in één of twee zinnen noteren. |
|
Het publiek
Aantal toeschouwers | |
Beschrijf het publiek
Voorbeeld: managers, studiegenoten, wetenschappers, vrienden en familie. |
|
Voorkennis van het onderwerp/boodschap |
|
Publiek welwillend t.o.v. de spreker? | Positief / Neutraal / Negatief / Vijandig |
Materiaal
Middelen die je wilt gebruiken:
En moet checken of deze aanwezig zijn of zelf moet meenemen. |
Beamer / Microfoon / Apple TV / Flip-over / White-bord / Laptop / Afstandsbediening
Overig: |
Structuur
Geef hier het verloop van de presentatie aan in steekwoorden. |
|
Leerdoelen (presentatievaardigheden)
Noteer hier jouw twee à drie leerdoelen op het gebied van presentatievaardigheden
|
|