Tips om een studiekeuze te maken: FD!

14 april 2017

Leuke studiekeuze, maar wat kún je ermee?

Onderwijsinstellingen halen alles uit de kast, want over drie weken moeten de inschrijvingen voor komend studiejaar binnen zijn. Met glanzende brochures, interactieve sites en open dagen hopen zij de laatste enthousiastelingen over de streep trekken. Welke rol spelen arbeidsmarktperspectieven in de studiekeuze en hoe eerlijk is de voorlichting daarover?

Op een zonnige dinsdagochtend zijn in lokaal OC202 van de Avans Hogeschool in Den Bosch 23 potentiële studenten integrale veiligheid samengekomen voor een dagje proefstuderen onder leiding van docent Jeroen Nobel. Tijdens een voorstelronde lichten de geïnteresseerden hun enthousiasme voor de studiekeuze toe:

‘De Politieacademie daar wilde ik heen, maar daarvoor ben ik nog te jong en omdat ik veiligheid belangrijk vind, dacht ik: ik kom hier kijken’, zegt een zestienjarig meisje;

‘Commerciële economie studeer ik, maar dat is heel veel glad gepraat en daar houd ik eigenlijk niet van’, vertelt een jongen van 18;

‘Ik wil later echt niet naar de universiteit want dat past niet bij mij en deze opleiding lijkt me erg leuk’, aldus een vwo-scholiere van 17.

‘Lesgeven is niks voor mij en ik deed een opleiding voor leraar Spaans. Ik heb geen idee wat ik wil worden en bij deze opleiding heb je geen strenge toelatingseisen. Wie weet pas ik hier beter’, zegt een 19-jarige jongen hoopvol.

Wie de studiekeuze van integrale veiligheid maakt, wordt opgeleid om te gaan werken ‘in de wereld van safety & security’, meldt de website. Een baan als veiligheidsadviseur, manager of beleidsmedewerker veiligheid bij een gemeente ligt in het verschiet, maar niet voor het oprapen, schrijft de Keuzegids hbo 2017: ‘Het is voor veiligheidskundigen niet makkelijk een baan te vinden. Zij moeten vaak lang zoeken en als zij een baan vinden is deze vaak niet op hbo-niveau. Het salaris is meestal wel redelijk. Weinig afgestudeerden zijn blij met hun startpositie.’ De website van de studie meldt dat anderhalf jaar na afstuderen 53% een baan op niveau heeft gevonden. Volgens de Keuzegids ligt dat percentage nog iets lager en is bovendien slechts 25% van de afgestudeerden blij met de startpositie. De baankansen zijn tot 2020 slecht.

Ondanks de sombere arbeidsmarktperspectieven, is Nobel enthousiast over deze studiekeuze het brede werkveld waarvoor hij zijn studenten opleidt. Hij vertelt hoe er wordt samengewerkt met verschillende partijen: ‘Gemeenten, instellingen en bedrijven kunnen veiligheidsvraagstukken voorleggen waar wij mee aan de slag gaan. Dat gaat dan bijvoorbeeld over de veiligheid in een woonwijk in Tilburg.’ Nobel hamert op het belang van de studie voor de regio: ‘Wij leiden studenten op om in dit deel van het land te gaan werken. Instanties kunnen dus ook de inhoud van de studie beïnvloeden. Als ergens behoefte aan is, kunnen wij besluiten daar meer aandacht aan te besteden.’

De meeste proefstudenten die vandaag meelopen, zijn nog niet erg bezig met later, maar lijken wel te weten dat de banen in die wereld van safety & security schaars zijn. Het schrikt ze niet af. Zo zegt een 17-jarige eindexamenscholier: ‘Ik wil veel geld verdienen later, daarom zou ik eigenlijk management economie en recht gaan studere n. Maar ik vind mensenrechten heel belangrijk, dus deze studiekeuze lijkt mij ook wel wat.’

Brief

In januari stuurden hoofdredacteur Frank Steenkamp van de Keuzegids en Peter Huwae van decanenvereniging NVS-NVL een brief aan onderwijsminister Jet Bussemaker. ‘Geloofwaardige voorlichting staat of valt met betrouwbare informatie. En helaas ligt daar een probleem’, schreven zij. Ja, er is behoorlijk wat aandacht voor niet kloppende arbeidsmarktperspectieven die studies soms schetsen, en ja er is een mooi tienpuntenplan opgesteld om studievoorlichting te verbeteren, maar: ‘Wij zijn er niet gerust op dat die verbetering van informatie met voldoende vaart tot stand komt en ook zal beklijven.’

De economie trekt aan, het risico om werkloos te blijven daalt, maar de kwaliteit van die banen blijft voorlopig nog flink verschillen per studierichting, signaleren de briefschrijvers. Met de brief drongen ze er bij de minister op aan actie te ondernemen en pleitten ze voor het beter in kaart brengen van afgestudeerden. Want met duidelijke documentatie, meer transparantie en systematische feedback vanuit de arbeidsmarkt kan volgens Steenkamp en Huwae de voorlichting verbeterd worden en de studie-uitval teruggedrongen. Drie maanden later heeft Steenkamp weliswaar een reactie gekregen waarin de minister schreef dat eraan gewerkt wordt, maar is er verder weinig veranderd.

‘Wij uiten al sinds januari 2016 onze zorgen over slechte voorlichting, maar zeker in het wetenschappelijk onderwijs blijft het slecht geregeld. Dat ligt niet alleen aan de voorlichters, het ontbreekt gewoon ook aan goede informatie. Alumni worden niet vaak genoeg geënquêteerd over hun loopbaan en de gegevens worden niet transparant en gedetailleerd genoeg naar buiten gebracht.’

Vorig jaar besteedde televisieprogramma De Monitor aandacht aan de arbeidskansen van hoger opgeleiden die populaire studies volgen. Voor studies als psychologie (wo, vorig jaar 1446 nieuwe eerstejaars), journalistiek (hbo, in 2015 628 nieuwe studenten) of communicatie (hbo, in 2015 1722 nieuwe studenten) geldt dat het aanbod van studenten niet aansluit op de vraag vanuit de markt. Er is te veel aanbod; berekeningen waaruit blijkt dat veel afgestudeerden snel een baan vinden, blijken niet te kloppen en heel veel afgestudeerden krijgen een baan die onder hun niveau ligt. ‘Diploma-inflatie’, noemt arbeidssocioloog Fabian Dekker dat in de uitzending: ‘Dertig, veertig jaar geleden ging je met tien anderen voor de deur staan van de potentiële werkgever. Nu sta je met hetzelfde papiertje voor dezelfde deur, alleen dan met duizend. Steeds meer mensen moeten daardoor werk aannemen dat onder hun niveau is.’

Steenkamp: ‘De reactie op dat televisieprogramma was dubbel: er werd geschrokken over gepraat, maar betrokkenen kregen ook de neiging verstoppertje te spelen: de buitenwereld doet stom. Terwijl er wel degelijk een probleem is. Er is sindsdien nog weinig concreet veranderd.’ Volgens Steenkamp gaat het overigens niet alleen om de grote studies. Ook de voorlichting van kleine studies met slechte baanperspectieven zoals culturele & maatschappelijke vorming (hbo) of taal- en literatuurwetenschap (wo) moet kritisch tegen het licht worden gehouden.

Op zoek naar een baan

Waar wél banenkansen liggen, dat zie je op De Nationale Carrièrebeurs. Hier gaan jaarlijks honderden werkgevers en recruiters op zoek naar talent. Op een doordeweekse ochtend in maart is het zo ver; de RAI in Amsterdam loopt vol met studenten en starters. Buiten op de parkeerplaats stappen vier meiden uit een bus. Het weer is guur maar hun jassen hangen open. Ze spoeden zich naar hal 2. De studievriendinnen komen uit Eindhoven, waar ze toegepaste psychologie studeren aan de Fontys Hogeschool. Ze zijn op zoek naar een stageplaats rondom hun studiekeuze, en dat is knap lastig. In de

Keuzegids hbo 2017 staat over de arbeidsmarktkansen van deze studie geschreven: ‘Je kunt er veel kanten mee op (…) alleen kom je op al die terreinen ook specialistisch opgeleide types tegen, met vaak meer bevoegdheden. (…) Het is moeilijk om betaald werk te vinden. Veel afgestudeerden besluiten dan ook door te studeren.’ Wat de meiden later willen worden? Er wordt peinzend omhoog gekeken en gefronst: ‘Echt nog geen idee’, zegt de een. ‘Iets met jongeren op een middelbare school’, zegt een ander. Ze giechelt er achteraan: ‘Ik vond dat zo’n leuke tijd, daar wil ik naartoe terug!’

Binnen slenteren de jonge werkzoekenden, soms in mantelpak, soms in hip gescheurde spijkerbroek langs de ruim honderd stands. Hier kunnen zij kennismaken met recruiters en bedrijven die pennen, stickers en verse stroopwafels uitdelen. Bordjes boven straten vol stands geven aan welk personeel wordt gezocht: hbo-t, wo-t, hbo-j — techniekstudenten en juristen zijn gewild. ‘In traineeships maakt de opleiding niet zoveel uit’, zegt een recruiter van ManpowerGroup. Ze zoekt mensen voor verschillende IT-functies. ‘Maar als het om echte vacatures gaat, is het wel belangrijk dat je een IT-achtige studie hebt gedaan. Bedrijfskunde bijvoorbeeld is voor de functies die ik wil vervullen te algemeen. Ik zoek degenen die technische bedrijfskunde hebben gestudeerd.’

Verderop wordt de cv-bullshit-bingo gespeeld, georganiseerd door detacheringbureau Maandag. Op de bingoformuliertjes zijn cijfers vervangen door termen die volgens de recruiters niet geschikt zijn om op je cv te zetten. Ambitieus, enthousiast, teamplayer. ‘Bingo!’ roept een jongen. ‘Gefeliciteerd!’ Thérèse Boon reikt hem de prijs uit, een Dopper. Boon is ICT- en informatiemanagement-recruiter bij Maandag en heeft in het verleden ook voor andere sectoren geworven. ‘De meeste studies bieden goede kansen’, zegt ze. ‘Maar er zijn probleemstudies. psychologie bijvoorbeeld. “Alwéér een basispsycholoog”, denk ik soms. Natuurlijk zijn er ook voor hen kansen. Ik wil graag met ze praten want het is onze uitdaging om ze aan een mooie functie te koppelen. Maar zonder GZ-vervolgopleiding is het lastig en soms jammer. Die mensen denken toch: ik heb een masterdiploma op zak.’

Concurrentie

Kristel Versluis, marketingmanager bij Memory Group, organiseert dit jaar al voor de zesde keer de Carrièrebeurs en staat druk te bellen bij de garderobe. ‘Het zijn vooral werkgevers in de techniek en de IT-sector die hier staan’, vertelt ze als ze heeft opgehangen. ‘En je merkt dat de economie aantrekt, want er staan voor het eerst sinds jaren weer een paar gemeenten personeel te werven.’

Op de beurs worden workshops en lezingen gehouden door vertegenwoordigers uit alle branches, maar aan de stands kun je zien waar de vraag naar nieuw personeel het grootst is. Versluis: ‘Je ziet ook veel marketing en sales bijvoorbeeld.’ Een sector die niet vertegenwoordigd is, is de zorg: ‘Vroeger hadden we een speciale Zorg & Welzijnsbeurs, maar door de bezuinigingen werd er veel personeel geschrapt en ging die niet meer door’, zegt Versluis. Dat kan volgend jaar weer helemaal anders zijn dus ze noemt graag nog even een andere trend die ze signaleert en die helemaal losstaat van de studie. ‘Ik merk dat het steeds belangrijker is wat je náást je studie hebt gedaan’, zegt ze. ‘Je moet je differentiëren met nevenactiviteiten. Organisatie-ervaring opdoen met vrijwilligerswerk bijvoorbeeld, of een bestuursfunctie bij een studentenvereniging. Door je op die manier van de reguliere student te onderscheiden, kun je de concurrentie later beter aan.’

Hoe maak je de juiste studiekeuze?

Tips van Loth van Veen van studiekeuze organisatie Intermijn.

  1. Start de zoektocht bij jezelf. Onderzoek wie je bent, wat je wilt en kunt. Wat zijn je interesses, kwaliteiten en leervoorkeuren? Als je dit scherp hebt, kun je passende studies gaan selecteren.
  2. Onderzoek behalve de studie ook het bijbehorende werkveld. Daarvoor kun je je eigen netwerk en dat van je ouders inzetten. Ga in gesprek met professionals over hun werk, organisatie, drijfveren en ervaringen. Zorg dat je een realistisch beeld krijgt van de arbeidsmarkt.
  3. Onderzoek of de studies en het bijbehorende werkveld matchen met jouw antwoorden op de vragen: wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik. Zo vind je een studie die écht bij je past. Nu en later.

https://fd.nl/werk-en-geld/1193305/leuke-studie-maar-wat-kun-je-ermee

Meer